Pilot ‘Psychosociale zorg voor (ex-)kankerpatiënten’
Vanaf 1 maart 2018 tot en met 1 september 2021 is met geld van het ministerie van VWS een tweejarige pilot gerealiseerd om gespecialiseerde zorg bij een aanpassingsstoornis tijdelijk te vergoeden. Voorwaarde is dat de hulp wordt gegeven door een behandelaar uit het deskundigenbestand van de Nederlandse Vereniging voor Psychosociale Oncologie (NVPO). De behandelaar moet werken volgens de multidisciplinaire richtlijn en daarvoor een speciale e-learning hebben gevolgd. De tijdelijke vergoeding levert VWS informatie voor een beslissing of de vergoeding definitief terug kan komen in het basispakket. Kijk voor meer informatie op https://publicaties.zonmw.nl/psychosociale-nazorg-voor-ex-kankerpatienten/.
Psycholoog Carolien van Weert gaf onderstaand interview in het kader van de Pilot “Aanpassing stoornissen”. Het interview is geplaatst op de website van zonmw.nl.
Veel (ex-)kankerpatiënten hebben ook psychische klachten. Soms zelfs jaren na de behandeling. Gespecialiseerde hulp daarbij is in 2012 uit het basispakket geschrapt, maar wordt sinds 1 maart 2018 via een tweejarige pilot tijdelijk weer vergoed. Wat is de meerwaarde van deze hulp?
Meer dan één probleem
Voor psychosociale ondersteuning konden (ex)kankerpatiënten na 2012 via de huisarts bij de POH-ggz terecht. Van Weert: ‘Het punt is dat de problematiek erg complex kan zijn: fysiek én emotioneel én traumagerelateerd. De POH-ggz kan heel goed helpen bij een enkelvoudig probleem. Maar hier gaat het om meer, inclusief effecten op de relatie en het gezinsleven, en ervaringen die levensthema’s van vroeger kunnen triggeren. Niet dat ik per se iemands hele verleden doorspit, maar dit vraagt wel om een gespecialiseerde aanpak. Heel belangrijk is bovendien een systemische insteek. Ik bespreek dus altijd of een partner of de kinderen misschien ook ondersteuning nodig hebben.’
Minder klachten
De tweejarige pilot moet uitwijzen of gespecialiseerde hulp het welzijn van (ex-)kankerpatiënten verbetert. Het is nog te vroeg om daar veel over te zeggen, maar Van Weert ervaart dat mensen er baat bij hebben. ‘Ik zie dat mensen minder klachten krijgen. En dat het ze helpt beter om te gaan met naasten en anderen om ze heen. We denken vaak dat kanker mensen dichterbij elkaar brengt. Maar in werkelijkheid levert het vaak vooral stress op. Als iemand prikkelbaar, emotioneel en angstig is en zich terugtrekt, zorgt zo’n ziekte eerder voor onderlinge verwijdering, met alle relationele gevolgen van dien.’
Eerder verwijzen
Van Weert vindt het belangrijk kankerpatiënten en hun naasten hierop te wijzen. Dus dat het heel normaal is dat niet alles goed gaat en je soms hulp nodig hebt. ‘Ik heb het gevoel dat de Lastmeter, een instrument om actuele problemen in kaart te brengen, nog maar weinig wordt ingezet. Mijn hulp kan effectiever worden als zorgverleners problemen tijdig signaleren.’ Gespecialiseerde verwijzers weten Van Weert overigens meestal wel te vinden, maar huisartsen – die vaak dichtbij de patiënt en de naasten staan – verwijzen nog erg weinig. ‘Huisartsen zijn van goede wil, maar ze moeten al zoveel. Het zou goed zijn meer energie te stoppen in voorlichting, zodat zij eerder iemand kunnen doorverwijzen.’ Van Weert is ervan overtuigd dat gespecialiseerde hulp zich uiteindelijk terugverdient.
‘Het gaat niet alleen om de patiënt zelf. Als we die nu goed ondersteunen, helpen we de naasten net zo goed. Dus ook de kinderen, die nog een leven voor zich hebben.’